Voorwoord

Samenvatting

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Literatuurlijst

Bijlagen

Hoofdstuk 1

1.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt besproken waar deze scriptie over gaat. De aanleiding voor het onderzoek wordt aan de orde gesteld alsmede het communicatieproces dat ten grondslag ligt aan het onderzoek van deze scriptie. Tevens wordt aandacht besteed aan eerder uitgevoerde onderzoeken. Ook worden de reden, de doelstelling en de relevantie van het onderzoek besproken. Tot slot wordt de probleemstelling geïntroduceerd die als basis van het onderzoek voor deze scriptie heeft gediend.

1.2 Aanleiding

De kranten hebben er het afgelopen jaar vol van gestaan. Bloeide de arbeidsmarkt een aantal jaar terug volop en stonden bedrijven voor nieuwe werknemers in de rij, mede door de aanslagen van 11 september 2001 zakte diezelfde arbeidsmarkt als een kaartenhuis in elkaar. Het NRC Handelsblad (“72 sollicitanten voor een baantje”, 2003) meldde dat er veel sollicitanten zijn die op dezelfde vacature solliciteren en dat het Centrum voor Werk en Inkomen (het voormalige arbeidsbureau) werkzoekenden er op moet wijzen dat ze niet veel keuze meer hebben. Ook de Volkskrant (“Aantal werklozen stijgt snel”, 2003) schreef dat het CWI melding maakte van een stijgend aantal werklozen: "De werkloosheid is in de maand januari onverwacht hard opgelopen. Het aantal mensen zonder werk steeg met 29 duizend tot 576 duizend, de grootste toename in twintig jaar." Aan het einde van het jaar 2003 meldde de Volkskrant dat hier weinig verandering in te zien was: "Nederland telde in de periode van september tot november van dit jaar 424 duizend werklozen. Dat zijn er 190 duizend meer dan in dezelfde periode van vorig jaar" (“Werkloosheid loopt weer sneller omhoog”, 2003).
Enerzijds is het grote aanbod van werkzoekenden een probleem voor de werkzoekenden zelf. Zij moeten er voor zorgen dat zij, voor zover dat mogelijk is, een baan vinden die bij hen past. Anderzijds is het toenemende aantal werklozen een probleem voor werkgevers omdat het voor hen moeilijker is om uit een groot aanbod werkzoekenden de juiste persoon voor de juiste functie te vinden. Middels het onderzoek van deze scriptie wordt het interactieproces tussen werkgevers en hun potentiële werknemers onderzocht.
Potentiële werknemers winnen tijdens het zoeken naar een baan via verschillende kanalen informatie in. Zij gaan naar een instantie als het CWI of naar een uitzendbureau, gebruiken hun eigen netwerk om aan een baan te komen of kijken bij de personeelsadvertenties in kranten of tijdschriften. Naast deze kanalen gebruiken potentiële werknemers steeds vaker het internet om te kijken wat bedrijven hen te bieden hebben (zie: figuur 1).


Figuur 1: Gebruik media bij zoekproces naar arbeidsmarktinformatie.
(Bron: Hoogen & Klaassen, 2003)

Bij figuur 1 dienen twee opmerkingen geplaatst te worden. De hoge score voor het gebruik van internet kan voortkomen uit het feit dat er meerdere antwoordcategorieën mogelijk waren. Eveneens kan het feit dat de respondenten vooral hoger opgeleiden waren een vertekend beeld opleveren.

Ook bedrijven maken steeds meer gebruik van het internet om te communiceren met de arbeidsmarkt. Werkgevers laten zien wat ze de potentiële werknemer te bieden hebben en welke mensen ze zoeken. In 1998 gebruikte nog slechts 29% van de bedrijven van de 500 grootste ondernemingen in de wereld hun corporate website voor de werving van nieuwe werknemers. In 2002 was de interesse voor de werving van nieuwe werknemers via de website gestegen tot maar liefst 91% (iLogo's, 2002).

Vanwege dit toenemende gebruik van internet is in deze scriptie het interactieproces tussen bedrijven en hun potentiële werknemers via internet bestudeerd.

1.3 Onderzoeken op het gebied van (on-line) arbeidsmarktcommunicatie

Arbeidsmarktcommunicatie via het internet is een onderwerp dat nog nauwelijks onderzocht is. Ook op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie in het algemeen is nog niet veel onderzoek gedaan.

Wel zijn oplossingstrategieën geformuleerd om het hoofd te bieden aan langdurige werkloosheid met als hoofdelementen verlaging van de prijs van de arbeid, herverdeling van arbeid, uitbreiding van werkgelegenheid en intensivering van het arbeidsmarktbeleid (Van den Berg, 1989).

In andere onderzoeken is het gebruik van vacaturesites onder de loep genomen. Zo is er onderzoek gedaan naar het gebruik van carrièresites, zoals Monsterboard, Jobnews, Carp, enzovoorts. Lingeman (2000) beschrijft in zijn artikel dat Startpagina (www.startpagina.nl) ongeveer tachtig Nederlandse banensites in haar bestand opgenomen heeft. Uit het onderzoek van Lingeman (2000) blijkt dat 18% van de hoogopgeleide Nederlanders deze sites als voornaamste bron gebruikt bij de oriëntatie op een baan en bijna 40% hiernaast nog andere bronnen raadpleegt.

Het onderzoeksbureau Blauw Research voerde een onderzoek uit waarbij naar voren kwam dat de meeste studenten bij de oriëntatie en de aansluitende sollicitatie bij een specifieke werkgever, de relevante media vreemd genoeg niet beoordeelden op de gebruiks-vriendelijkheid en de laagdrempeligheid, de zogenaamde 'harde factoren', maar vooral op basis van 'zachte factoren' zoals werksfeer, werkomgeving en bedrijfscultuur (Van den Hoogen & Klaassen, 2003).

Op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie is geen onderzoek gedaan naar corporate websites. Wel zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd naar on-line communicatieprocessen op websites in het algemeen. Jägers, Jansen en Steenbakkers (2001) onderzochten de mate waarin gemeentelijke sites invulling geven aan de drie door hen geformuleerde functies, te weten: informatieverschaffing, bevordering van inspraak en betrokkenheid van burgers en produkt/dienstverlening (Jägers, et al. 2001, p.35).

Marsman, Boersma en Jorna (2003) hebben in hun onderzoek eisen meetbaar willen maken waaraan een 'taakomgeving' zou moeten voldoen om een bezoeker van een website een 'optimale ervaring' te bieden. De gedachte hierachter is dat bezoekers van een website altijd een taak uitvoeren. De uitvoering van die taak heeft vaak als doel het vergaren van relevante informatie. De optimale ervaring wordt hierbij beschreven als het 'totaal opgaan in een activiteit' (Marsman, Boersman & Jorna, 2003, pp. 71-77).

1.4 Reden en doelstelling van het onderzoek

De reden voor dit onderzoek is in eerste instantie de veranderde situatie op de arbeidsmarkt en de daarbijbehorende veranderingen op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie. Dat het onderzoek zich toespitst op on-line arbeidsmarktcommunicatie is ingegeven door het feit dat er tot nu toe nog weinig onderzoek gedaan is op dit terrein. De onderzoeken die gedaan zijn hebben zich niet gericht op corporate websites en de communicatie via deze websites richting de arbeidsmarkt. Dit onderzoek richt zich wel op de on-line arbeidsmarktcommunicatie van corporate websites.

De belangrijkste doelstelling van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de huidige on-line arbeidsmarktcommunicatie van bedrijven. Ook de behoeften van potentiële werknemers op het gebied van on-line arbeidsmarktcommunicatie worden in kaart gebracht. Zodra bedrijven voorzien in de behoeften van potentiële werknemers, wordt ook duidelijker wat een bedrijf hen te bieden heeft en wat van hen verwacht wordt.

Ook kan inzicht verkregen worden in de eigenschappen van een website die van belang zijn voor on-line communicatie. Aan de hand hiervan kan een bijdrage geleverd worden aan de verdere ontwikkeling van kennis op het gebied van on-line communicatie.

1.5 Probleemstelling

Het beschreven interactieproces tussen bedrijven en potentiële werknemers alsmede het beschreven belang van arbeidsmarktcommunicatie en de rol die het internet daarbij speelt, vormden de aanleiding voor de formulering van de probleemstelling voor deze scriptie.

Probleemstelling: Komen de behoeften van potentiële werknemers op het gebied van on-line arbeidsmarktcommunicatie overeen met hetgeen bedrijven communiceren richting de arbeidsmarkt via hun corporate websites?

In deze scriptie is hetgeen bedrijven via hun corporate websites communiceren richting de arbeidsmarkt onderzocht door middel van een inhoudsanalyse. De behoeften op het gebied on-line arbeidsmarktcommunicatie van potentiële werknemers is onderzocht middels het Drie-Stappen Test-Interview (Hak & Muller, 2000).

1.6 Relevantie van het onderzoek

De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek komt voort uit het feit dat bedrijven door middel van de onderzoeksresultaten in de toekomst de on-line communicatie met hun potentiële werknemers kunnen verbeteren.

Tot nu toe is in onderzoeken het on-line aspect van arbeidsmarktcommunicatie onderbelicht gebleven. Het is echter wel belangrijk om in een tijd waarin het gebruik van internet blijft toenemen hierop in te spelen. Met het onderzoek van de corporate websites van enkele grote ondernemingen kunnen nieuwe inzichten op het gebied van on-line arbeidsmarkt-communicatie in beeld gebracht worden.

Het onderzoek van deze scriptie is ook vernieuwend qua onderzoeksmethodiek. De onderzoeksmethodiek die gebruikt is om op het gebied van on-line arbeidsmarkt-communicatie de behoefte van potentiële werknemers in kaart te brengen, is niet eerder gebruikt op dit terrein. Deze methodiek levert wellicht andere inzichten op het gebied van on-line arbeidsmarktcommunicatie op. In hoofdstuk drie is deze onderzoeksmethodiek nader beschreven.

1.7 Opbouw van deze scriptie

In hoofdstuk een zijn de aanleiding, reden, doelstelling en relevantie van het onderzoek van deze scriptie beschreven. Tevens is de probleemstelling geïntroduceerd die als basis voor dit onderzoek dient.

In hoofdstuk twee wordt het theoretisch kader van het onderzoek van deze scriptie uiteengezet aan de hand van de vier deelvragen die voortkomen uit de probleemstelling. Ten eerste wordt hierbij beschreven aan welke informatie potentiële werknemers behoefte hebben. Ten tweede wordt aangegeven welke informatie bedrijven zouden moeten communiceren richting de arbeidsmarkt. Ten derde is het transport van de informatie door bedrijven beschreven aan de hand van de eigenschappen van een website die dit transport faciliteren. Ten vierde is toegelicht dat goed gebruik van deze website-eigenschappen ook voor potentiële werknemers van belang is.

In hoofdstuk drie worden de onderzoeksmethodieken besproken waarmee de on-line arbeidsmarktcommunicatie van bedrijven in kaart gebracht kan worden en waarmee de behoeften van potentiële werknemers op dit gebied onderzocht kunnen worden.

In hoofdstuk vier worden de resultaten van beide onderzoeken beschreven, waarna in hoofdstuk vijf een samenvatting van deze resultaten in relatie tot de probleemstelling wordt gegeven. Tevens zijn in dit laatste hoofdstuk conclusies en discussiepunten beschreven die uit de onderzoeken naar voren kwamen en worden suggesties gedaan voor verder onderzoek.